Afgelopen vrijdag 9 juli 2010 las ik in de Volkskrant een interview van de architect Florian Idenburg met de titel: “in Nederland leer je niet om te verleiden”. Hij kreeg afgelopen week de Charlotte Köhler Prijs. Hij zet zich in het interview af tegen de Superdutch-architecten van 10 jaar geleden als Rem Koolhaas, UN studio en MVRDV. Hun “Nederlandse Methode” was heel rationeel en heel technisch. Hij doelt hierop oa. de bibliotheek in Seattle waarbij Rem Koolhaas een schema tekent van het PvE en dit schema letterlijk vertaald in een gebouw van 11 verdiepingen. In het interview met Idenburg gaat het er niet om dat de architectuur van deze super architecten als slecht kan kwalificeren, maar om de methodiek die klakkeloos overgenomen wordt door volgelingen zonder de complexiteit die erin besloten ligt in acht te nemen. Florian verteld in het stuk ook dat hij voor SANAA aan de Kunstlinie in Almere heeft gewerkt. Hij zegt: “Architectuur wordt tegenwoordig gedreven door data, door het werken met computers. Hierbij worden de zintuigen genegeerd. Vragen als hoe komt het licht binnen, hoe beweeg je van de ene ruimte naar de andere ruimte, zijn naar de achtergrond verdrongen”
Uit eigen ervaring snap ik heel goed wat hij bedoeld. Architectuur moet een belevenis zijn!
Ik heb in het verleden mogen werken aan grote projecten voor Rem Koolhaas, 3xN en SANAA. Het concept is vaak duidelijk en alles behalve rationeel. Het gaat daarbij om de belevenis. Bij de uitwerking wordt veel gebruik gemaakt van onderzoek, alternatieven, delta methode of morfologisch ontwerpen. Dit geeft het concept een hoger level. Voor de kunstlinie in Almere van SANAA heb ik dan ook een onderzoek mogen doen naar de glazen gevel. Het concept was duidelijk: een platte koek die op de snijlijnen super transparant is. Gebruik je dan glas wat alleen boven en onder ingeklemd is en alleen is voorzien van een structural kitvoeg? Het idee is goed maar bij de overspanning van 4,5 m wordt het glas zo dik dat zelfs met fero arm glas nog een groene waas ontstaat. Uiteindelijk is gekozen voor 4 zijdig opgelegd dubbel glas. Dus met stijlen om de 2,5 m.
Ook voor 3xN heb ik onderzoek naar de gevel mogen doen van het MuziekGebouw aan ’t IJ. 3xN wilde zo groot mogelijk ramen om een goed panorama over het IJ te krijgen. Als je weet dat je met je ogen 180 gr horizontaal kan kijken maar verticaal een gezichtsveld hebt om en nabij 70 gr, dan is het snel duidelijk dat je alleen horizontale geleding moet aanbrengen en verticaal liever niets. Door de horizontale balken op te hangen aan stangen hebben verticaal heel weinig nodig. zie hier het resultaat.
Onze methode met morfologisch ontwerpen, de DCBA methode en het gehele ontwerpmanagement wordt gezien als bij elkaar verzamelde data, waarmee je op goede argumenten een heel lelijk gebouw kan maken. Terwijl deze methoden een complex vraagstuk simpel maakt met de juiste integrale combinaties. Ik denk juist dat architecten als Florian Idenburg en wij juist heel goed samen gaan om het meeste uit de bouwopgave te halen.
Ter afsluiting Michel de Klerck die woningen “het schip” voor eigenhaard in 1917 mocht maken wilde een duurzaam gebouw neer zetten dat deed hij door de ramen in de keuken zo hoog te maken dat je niet naar buiten kunt leunen. In die tijd werd in vele volksbuurten over en weer gekletst vanuit het raam. Achteraf was het geen succes die hoge ramen maar de schoonheid waarmee hij de woningen heeft ontworpen zorgen er nog steeds voor dat de woningen gewild zijn. Zijn duurzaamheid is ontstaan uit schoonheid!
Ik moet bekennen mijn hart ligt nog steeds bij het technisch uitwerken van goede concepten, daar kan je wat mee.